Wonen én werken op zorglocatie De Wissel in Beetsterzwaag: Gerda Ramaker doet het allebei. Wat ze daarvan vindt, zie je eigenlijk meteen. Ze geniet zichtbaar. Een twinkeling verschijnt in haar ogen als je haar ernaar vraagt. ‘Hier vind ik het gezellig’, antwoordt Gerda. Sinds haar twintigste woont ze op De Wissel. Inmiddels zijn we vijftig jaar verder. Want geloof het of niet; Gerda is zeventig jaar oud. Je zou haar mínstens tien jaar jonger geven en als je haar dat vertelt, kijkt ze trots. Na al die jaren kent ze de zorglocatie van Alliade op haar duimpje.
Ingrijpend
‘Het is lang geleden dat ik hier kwam’, vertelt Gerda. Ze weet nog dat ze als meisje van zeven jaar voor het eerst ergens anders ging wonen. Niet meer bij haar ouders. Dat was toen bij het Doveninstituut. Een behoorlijk ingrijpende situatie voor een zevenjarige. Toen ze twintig jaar was, maakte ze kennis met De Wissel. Het voelde al snel goed. Dat de begeleiders aandacht voor haar hadden, hielp Gerda om te kunnen wennen aan haar nieuwe woonomgeving. Inmiddels is ze er na een halve eeuw helemaal aan gewend. Dat Gerda al zó lang bij Alliade woont, gaat niet onopgemerkt voorbij. Gerda: ‘Omdat ik hier al vijftig jaar woon, ga ik een feestje vieren.’
Terug van weggeweest
Van de halve eeuw bij Alliade, woont Gerda vijfentwintig jaar op De Wissel. De andere vijfentwintig jaar woonde ze op de locatie aan de Utgong. Sinds de oplevering van de nieuwbouw op De Wissel, is ze weer terug van weggeweest. Ze woont nu in een ruime studio. De overgang naar De Wissel was voor Gerda niet zo groot. Want alle medebewoners van haar groep verhuisden met haar mee. Het enige puntje: afscheid nemen van de buren aan de Utgong. Dat vond ze lastig. Gerda: ‘Ik dacht dat ik de buren heel erg ging missen, maar gelukkig hebben we nog steeds contact.’ Soms komen Gerda en de buren elkaar in het dorp tegen. En ze komen ook wel eens bij Gerda op bezoek.
Spullen sparen
Gerda kon haar nieuwe studio helemaal naar eigen smaak inrichten. Haar zus hielp haar daarbij. Ze zochten een nieuw bankstel uit en kochten een grote kast. Eén muur in haar kamer mocht ze een zelfgekozen kleur geven. Ze koos lichtbruin. Gerda’s inrichting is nu anders dan voorheen. Met minder spullen. ‘M’n kamer is nu veel opgeruimder’, vertelt ze. Gerda houdt van spullen sparen. Haar kamer stond er vroeger vol mee. Sparen doet ze eigenlijk nog steeds, maar het is gelukkig wel minder geworden.‘Ik moest vaak mijn kamer opruimen van de begeleiders. Als ik mijn kamer opruimde, vond ik weer allemaal spullen terug', vertelt ze lachend.
Beweging
Bewegen gaat wat lastiger nu ze ouder wordt. Om toch flexibel te blijven, krijgt Gerda nog wel de nodige beweging. Ze zwemt iedere week. En regelmatig fietst ze over het terrein om naar dagbesteding Skala te gaan en om pakketjes rond te brengen bij de woningen op het terrein. Naar restaurant ‘t Trefpunt gaat ze lopend. Skala en ’t Trefpunt zijn de locaties op De Wissel waar Gerda van dinsdags tot en met vrijdags werkt. De meeste tijd brengt Gerda door bij Skala. Daar start ze ook iedere ochtend. Rond half 2 loopt ze naar ‘t Trefpunt om te helpen met afwassen. En na een uurtje in de afwas daar, wandelt ze weer terug over het terrein naar Skala.
Samen
Bij Skala werkt ze dan de rest van de middagen. Skala is haar plek. Daar komt Gerda tot haar recht. Ze werkt graag met haar handen. En daar is bij Skala alle gelegenheid voor. Wat ze er aan werkzaamheden doet: pluggen tellen en sorteren, bladzijden uit boeken scheuren, papier versnipperen. En dus pakketjes rondbrengen. Maar vooral het samenzijn met anderen waardeert ze zo. En niet alleen bij Skala, maar ook op haar woongroep. Iedere woensdag bereidt ze op de groep samen met de begeleider het eten. De vrijdags ervoor bepalen de cliënten met elkaar het menu van de week. Ze denken daarin graag met de begeleiders mee.
Contact met familie
Ook al wonen Gerda’s familieleden op afstand, ze zoeken regelmatig contact met haar. Drie keer in de week belt ze met het haar zussen via beeldbellen en kletsen ze ongeveer een half uur. Heel gezellig, vindt Gerda. Ze zit dan in haar eigen studio. Dan is ze even alleen met het vroegere thuisfront. Dat beeldbellen doet Gerda op de iPad van de woongroep. Het apparaat is niet altijd binnen handbereik, want hij ligt netjes opgeborgen. Maar als ze de begeleiders erom vraagt, zijn ze altijd bereid de iPad voor haar te pakken. Ze denken graag met Gerda mee.
Inbreng
Gerda zat een aantal jaren in de cliëntgebiedsraad. Deze raad gaat met cliënten in gesprek over onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Cliënten kunnen er zelf ook onderwerpen inbrengen. De onderwerpen die voor Gerda zelf belangrijk waren, kon ze daar bespreekbaar maken. Inmiddels kost het haar te veel moeite om bij de cliëntgebiedsraad betrokken te zijn. Gerda kan niet alles meer onthouden wat er wordt gezegd. En vragen beantwoorden, wordt voor haar steeds lastiger. Ze gaf bij de begeleiders aan te willen stoppen met de cliëntgebiedsraad. Het past nu niet meer bij haar. De begeleiders begrijpen dat. Ze hebben oog voor wat cliënten nodig hebben. Wat ze aan kunnen en wat bij hen past. Ze bieden haar zorg op maat.