In gesprek over de opvoeding: bouwstenen voor een praktisch handvat
Student: Lisette Schuil
Opleiding: Postmasteropleiding orthopedagoog-generalist, Opleidingsinstituut PPO
Jaar: 2021
Cijfer: 7
Een beter gesprek, wat helpt?
Praten over een zorgelijke opvoedsituatie is vaak niet makkelijk. Dat vinden zowel ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) als hulpverleners. Wat helpt om het gesprek beter te laten verlopen? Wat is hierover bekend vanuit de wetenschap? En hoe denken ouders en hulpverleners erover?
Welke strategieën en middelen dragen bij aan een goed gesprek?
Lisette Schuil is gedragskundige bij Alliade en volgde de postmasteropleiding tot orthopedagoog-generalist. Voor het onderdeel Evidence Based Practice sloot ze aan bij het PWO-onderzoek Opvoeden doe je samen. Hierbinnen onderzocht ze welke strategieën en middelen helpen in het gesprek over de opvoedsituatie tussen ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) en hulpverleners.
Samenvatting
-
Wat was de aanleiding voor het onderzoek?
Communicatie vaak lastig
De communicatie tussen ouders met een LVB en hulpverleners verloopt niet altijd zoals beiden wensen. Zeker niet wanneer er zorgen zijn over de opvoeding en het welzijn van de kinderen. Er lijken geen hulpmiddelen te zijn die aansluiten bij de doelen, behoeften en wensen van ouders en hulpverleners.Ontwikkeling praktisch handvat
Daarom deed Lisette systematisch onderzoek: ze zocht naar wetenschappelijke kennis over strategieën en hulpmiddelen bij opvoeden en keek in hoeverre deze overeenkomt met de doelen, behoeften en wensen van ouders en hulpverleners. De uitkomsten dragen bij aan de (door)ontwikkeling van een praktisch handvat ter ondersteuning van de gesprekken. -
Wat waren de onderzoeksvragen?
Hoofdvraag
Welke strategieën en middelen zijn passend om het doel - een constructief gesprek tussen ouders met een LVB en hulpverleners over de opvoedingssituatie - te bereiken?Deelvragen
- Welke wetenschappelijke kennis is er over strategieën en middelen over opvoedconcepten?
- Wat zijn de doelen, behoeften en wensen van ouders en hulpverleners, verzameld middels interviews in het overkoepelende hoofdonderzoek?
- In hoeverre passen de gevonden strategieën en middelen vanuit de wetenschap bij de doelen, behoeften en wensen van ouders en hulpverleners?
-
Hoe is het onderzoek uitgevoerd?
Lisettes onderzoek is onderdeel van het overkoepelende deelonderzoek Opvoeden doe je samen, dat werd uitgevoerd door gedragskundige en hoofdonderzoeker Carola Hof.
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen heeft:
- Lisette samen Carola literatuuronderzoek gedaan.
- Carola 5 ouders met een LVB (en soms bijkomende problematiek) en 9 hulpverleners geïnterviewd (kwalitatief onderzoek).
- Lisette de uitkomsten van het literatuuronderzoek en de interviews met elkaar vergeleken.
-
Wat is de eindconclusie?
Meer dan 40 bestaande methodes, hulpmiddelen en interventies sluiten goed aan bij de verschillende (sub)doelen, behoeften en wensen van ouders en hulpverleners.
-
Wat is de meerwaarde voor de cliënt, verwant en zorgmedewerker?
- Het onderzoek biedt bouwstenen voor verder onderzoek naar een methode, interventie of hulpmiddel ter ondersteuning van het gesprek over de opvoeding.
- Het kan Alliade jeugdzorg helpen om overzicht te krijgen: welke hulpmiddelen kunnen voor welk doel worden ingezet?
- Hiermee helpt het cliënten en zorgmedewerkers om duidelijkere verwachtingen te scheppen en duidelijkere afspraken te maken over ‘goed genoeg opvoederschap’.
-
Welke aanbevelingen zijn er voor de praktijk?
Wanneer is het goed genoeg?
Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is om duidelijk te maken wanneer ‘goed genoeg’ ook écht goed genoeg is, zeker wanneer er zorgen over de opvoeding zijn. Lisette merkte tijdens het onderzoek, maar ook in haar dagelijkse werk als gedragskundige dat dit ingewikkeld is en dat er geen standaardnorm of ondergrens lijkt te zijn. Goed genoeg opvoederschap is maatwerk omdat ieder kind, maar ook iedere ouder anders is en andere behoeften, normen en waarden heeft.Houvast
Ondanks de verschillen zijn veel ouders met een LVB en hun hulpverleners op zoek naar houvast, in de vorm van een concreet (smart) geformuleerd en bij het gezin passend verbeterdoel, zodat ouders en hulpverleners weten wanneer de opvoeding daadwerkelijk goed genoeg is. Dit geeft niet alleen duidelijkheid, maar ook eenduidigheid: bij wisselingen van hulpverleners blijft het doel hetzelfde.