Opvoeden doe je samen
Kinderen opvoeden is een veelomvattende taak waarbij een veelheid aan vaardigheden nodig is. Ouders met lichte verstandelijke beperkingen (LVB) lopen dan ook regelmatig tegen problemen aan, waarbij professionele hulp nodig is. Zorgen over de opvoedsituatie vormen vaak een gevoelig, lastig en complex gespreksonderwerp, zowel voor ouders met LVB als voor hun hulpverleners. Wat kan hen helpen om op een constructieve manier te communiceren en goed samen te werken, zodat de opvoedvaardigheden kunnen worden verbeterd?
Praktisch handvat: open en duidelijk in gesprek
Dit onderwerp hield Carola van Hof, gedragskundige bij Alliade jeugdzorg, al jaren bezig. Binnen haar onderzoek wilde ze een praktisch handvat ontwikkelen waarmee ouders met LVB en hulpverleners open en duidelijk kunnen bespreken wat in de opvoeding goed gaat, wat beter kan en wat concreet moet gebeuren om te zorgen dat het opvoederschap ‘goed genoeg’ is.
Keuzewijzer hulpmiddelen opvoedgesprek
Gaandeweg het onderzoek bleek dat er al veel hulpmiddelen zijn ter ondersteuning van het gesprek over de opvoedsituatie, maar overzicht ontbrak. Hulpverleners weten vaak niet wat er is of waar ze het kunnen vinden. Daarom maakte Carola de online 'Keuzewijzer hulpmiddelen opvoedgesprek', waarmee hulpverleners en ouders snel en makkelijk een hulpmiddel kunnen vinden dat aansluit bij de situatie en behoeftes.
Samenvatting
-
Wat was de aanleiding voor het onderzoek?
Te veel gericht op wat niet goed ging
Een gesprek over een zorgelijke opvoedsituatie is vaak beladen. Hulpverleners willen graag benoemen wat ze zien, om op basis daarvan de opvoedsituatie te verbeteren. Ouders met LVB zijn vaak bang voor kritiek, hebben andere zorgen of begrijpen niet wat er beter moet. Jaren geleden is bij Alliade voor gezinshulpverleners een ‘goed genoeg opvoedingslijst’ ontwikkeld. Zo’n lijst was er voorheen niet, terwijl hulpverleners grote behoefte hadden aan iets waarmee ze in het gesprek met ouders zichtbaar zouden kunnen maken wat in de opvoeding goed gaat en wat beter kan. Er bestonden risico-inventarisatie-instrumenten, maar die waren vooral beoordelend en gericht op wat niet goed gaat.Wat kan ouders en hulpverleners ondersteunen?
In de praktijk bleek ook de lange, papieren ‘goed genoeg opvoedingslijst’ te weinig geschikt als hulpmiddel bij het gesprek tussen ouders en hulpverleners. Carola’s doel was dan ook een praktisch handvat te ontwikkelen dat bij het gesprek wél de juiste, concrete ondersteuning biedt.Digitale keuzewijzer
Uit interviews met ouders en hulpverleners werd duidelijk wat zij in de opvoeding belangrijk vinden en waaraan zij in de communicatie en samenwerking behoefte hebben. Uit aanvullend literatuuronderzoek en een enquête onder hulpverleners bleek dat er al veel praktische, concrete hulpmiddelen zijn. Maar overzicht ontbrak en hulpverleners weten vaak niet wat er beschikbaar is. Daarom besloot Carola niet zelf een hulpmiddel te ontwikkelen, maar een digitale keuzewijzer voor de bestaande hulpmiddelen, geordend naar opvoedthema en soort gesprek (behandelend of evaluatief). -
Wat waren de onderzoeksvragen en onderzoeksdoelen?
Het onderzoek bestond uit 2 delen:
Onderzoeksvragen deel I
- Wat vinden ouders met LVB en hulpverleners belangrijk in de opvoeding?
- Welke behoeften zijn er volgens hen bij de opvoeding?
- Welke factoren zijn bevorderend in het gesprek over ‘goed genoeg’ opvoeden?
Onderzoeksvragen deel II
- Welke hulpmiddelen zijn beschikbaar om het gesprek over ‘goed genoeg’ opvoeden te ondersteunen?
- In hoeverre sluiten deze hulpmiddelen aan bij de opvoedthema’s die ouders met LVB en hulpverleners belangrijk vinden, bij de behoeften en wensen die zij zien en hebben, en bij de bevorderende factoren die zij noemen?
Onderzoeksdoelen
- Een praktisch handvat dat hulpverleners kunnen inzetten tijdens gesprekken met ouders met LVB over de opvoeding.
- Presentaties over dit handvat aan het werkveld, zowel binnen Alliade als daarbuiten.
- Het handvat beschikbaar stellen, zowel op de website van Alliade als op de websites van organisaties als het Kennisplein Gehandicaptensector en het Landelijk Kenniscentrum LVB.
- Een vakartikel publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift op het terrein van de gehandicapten-, jeugd- of gezinszorg.
-
Hoe werd het onderzoek uitgevoerd?
Wie waren bij het project betrokken?
- Onderzoeksteam bestaande uit een gedragskundige-onderzoeker, senior onderzoeker en postmaster-onderzoekers
- Kerngroep vanuit 4 perspectieven: ouders, hulpverleners, onderzoekers en relevante instanties
- Klankbordgroep vanuit deze 4 perspectieven
- 5 geïnterviewde ouders met LVB
- 9 geïnterviewde hulpverleners
- 50 geënquêteerde hulpverleners
Welke methode werd gebruikt?
Het onderzoekstraject verliep volgens de AIM-methode (Adapted Intervention Mapping). Dit betekent dat er sprake was van een organisch proces: op basis van het verloop van de ene stap bepaalden de onderzoekers en kerngroep steeds hoe invulling werd gegeven aan de volgende stap. Belangrijk hierbij was dat de onderzoekers nauw samenwerken met de doelgroep van het onderzoek.Uit welke stappen bestond het onderzoek?
- Oriënterende gesprekken met wetenschappers op het gebied van opvoederschap.
- Interviews met ouders met LVB en hulpverleners over belangrijke opvoedthema's, hulpbehoeftes in de opvoeding en bevorderende factoren in het gesprek over de opvoeding
- Literatuuronderzoek:
- naar opvoeding en opvoederschap van ouders met LVB
- naar emotionele veiligheid en emotionele ontwikkeling
- naar beschikbare gesprekshulpmiddelen voor ouders met LVB
- Enquête over hulpmiddelen die hulpverleners gebruiken in gesprekken over de opvoeding met ouders met LVB.
- Bepalen in hoeverre de hulpmiddelen aansluiten bij de genoemde opvoedthema’s, behoeften, wensen en bevorderende factoren.
- Ontwikkelen van het praktische handvat (digitale keuzewijzer voor beschikbare gesprekshulpmiddelen).
- Kerngroepbijeenkomsten waarin de onderzoekstappen werden besproken en de tussentijdse uitkomsten van het onderzoek werden gepresenteerd, beoordeeld en geconcretiseerd.
- Toetsen van de onderzoeksbevindingen door de klankbordgroep.
-
Wat zijn de resultaten van het onderzoek?
Deel I: belangrijke opvoedthema's, behoeftes en bevorderende factoren
Ouders en hulpverleners vinden dezelfde opvoedthema’s belangrijk:
- dagelijkse verzorging
- gedrag en emoties van het kind
- gedrag en emoties van de ouder(s)
- veiligheid
- sociale omgeving
- leren en ontwikkeling
- dagelijkse verzorging
Er is met name behoefte aan verduidelijking in de communicatie over abstracte begrippen als emotionele veiligheid.
Bevorderende factoren in de communicatie over opvoeden zijn volgens ouders en hulpverleners:
- vertrouwen
- ervarend (zintuiglijk) leren
- duidelijkheid en overzicht bieden
- gelijkwaardig samenwerken
- het kind betrekken
Over dit eerste deel van het onderzoek schreef Carola een vakartikel dat is verschenen in het Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen (NTZ). Je vindt het onderaan de pagina bij Documenten.
Deel II: digitale 'Keuzewijzer hulpmiddelen opvoedgesprek'
Binnen het tweede deel van het onderzoek is geïnventariseerd welke hulpmiddelen hulpverleners gebruiken en in hoeverre deze hulpmiddelen aansluiten bij de belangrijke opvoedthema’s, behoeften, wensen en bevorderende factoren die ouders en hulpverleners hebben benoemd. Op basis hiervan is de digitale 'Keuzewijzer hulpmiddelen opvoedgesprek' ontwikkeld, die voor iedereen gratis beschikbaar is. -
Waar kan ik meer te weten komen over het onderzoek?
Vakartikel in NTZ
Het vakartikel over het eerste deel van dit onderzoek verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen (NTZ). Je vindt het onderaan deze pagina bij Documenten.Artikel Zorgondersteuningfonds
Het Zorgondersteuningsfonds publiceerde op zijn website een artikel over het onderzoek: Ouders met een LVB ondersteunen bij het gesprek over de opvoeding.Contact met de onderzoeker
Voor meer informatie over het onderzoek kun je per e-mail contact opnemen met onderzoeker-gedragskundige Carola van Hof: c.v.hof@alliade.nl. -
Hoe is het onderzoek gefinancierd?
Dit onderzoek is financieel ondersteund door het Zorgondersteuningsfonds (projectnummer KPO-46) en de afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) van Alliade.